18-03-2018
Geen dematerialisering in de rechtspraktijk zonder dwang

“De dematerialisering van het advocatenkantoor”,
“De zwakke schakels in de dematerialierende ketting van de rechtspraktijk”,
“Niet alleen in de rechtspraktijk zijn er zwakke schakels in de dematerialisering”, en
“Geen kantoordematerialisering zonder bijbel (handboek) met externe controle (iso din 9001)”
DE SPEELTIJD BIJ JUSTITIE MOET VOORBIJ ZIJN
Al meer dan drie jaar “hervormt” justitie de regelgeving in een “moordend tempo” (DE STANDAARD, 9 september 2017).
En op de tegenstand (van de overlevenden) tegen dit “moordend tempo” weerlegt justitie zonder wroeging “Een revolutie komt altijd met zijnspijn en barensweeën”.
In plaats van na te gaan of de bestaande wetgeving niet efficiënt kon worden toegepast in een volledig gedematerialiseerde omgeving, beperkte (en beperkt) justitie zich ertoe steeds nieuwe wetgeving door te drukken, die op haar beurt evenmin werd (noch wordt) getoetst aan haar doeltreffendheid in een afwezige gedematerialiseerde omgeving.
Zo zal de telkens vernieuwde wetgeving telkens weer ‘geherherherher….vormd’ moet worden.
Waar is trouwens bij de rechtszoekende en de rechtspracticus de “moordende” vraag naar nieuwe hervormingen in het vennootschapsrecht, het faillissementsrecht, de WCO, enz…, nu de rechtsbedeling toch blijft steken in een het Jurassic Park.
Dit Jurassic Park is een speeltuin geworden voor academische en politieke kringen die zich aan de rand van de rechtspraktijk bewegen.
ONDER MEER POTPOURRI IS DE SCHAAMTE VOORBIJ
“Potpourri” is het voorbeeld bij uitstek van een wetgever die zich in hoge graad van paniek heeft laten overtuigen door justitie om nieuwe wijn in oude zakken te laten rijpen terwijl die oude zakken reeds jaren hadden vervangen moeten worden om de oude wijn op stabiele aangename dronk te laten komen.
Bij wijze van voorbeeld, een verzet tegen een verstekvonnis van de politierechtbank moet plotseling met een voor de ontvankelijkheid en gegrondheid gestaafd dagvaardingsexploot geschieden: niet alleen een bestendiging van materialisering, maar bovendien een flagrante belemmering van de toegang tot een (prehistorische) rechtsbedeling in een vergeefse poging om deze op adem te komen.
Een beroep tegen een vonnis van de politierechtbank of correctionele rechtbank werd door “Potpourri” weliswaar met een termijn van 30 in plaats van 15 dagen toebedeeld, doch het moet dan wel correct met “multiple choice” kruisjes (dit is geen grap!) gemotiveerd worden, hier ook met de bedoeling een verhaal tegen een beslissing in eerste aanleg te ontmoedigen. 0p www.justice.belgium.be stond op datum van 6 november 2017 nog steeds de oude termijn van 15 dagen!
Het zijn palliatieve zorgen voor een in coma liggende rechtsbedeling.
Er kan dus begrip opgebracht worden voor de benaming “Potpourri” I, II, III... in plaats van de naam van de minister (gevolgd door I, II, III...) zoals wetgeving ontstaan onder impuls van ministers die fier waren over hun werk (bv. de wetten Cooremans-Declerck, Breyne...).
DE OPLOSSING IN ARTIKEL 2322 BW
In het “moordend tempo” dat reeds meer dan drie jaar gevolgd wordt en waarin justitie volhardt niettegenstaande “Een revolutie altijd met zijnspijn en barensweeën komt”, kan de hieronder voorgestelde wetswijziging geen breekpunt zijn:
“Artikel 1322 BW
Een onderhandse akte die erkend is door degenen tegen wie men zich daarop beroept, of die wettelijk voor erkend wordt gehouden, heeft tussen de ondertekenaars van de akte en tussen hun erfgenamen en rechtverkrijgenden dezelfde bewijskracht als een authentieke akte.
(Kan, voor de toepassing van dit artikel, SLECHTS voldoen aan de vereiste van een handtekening, een geheel van elektronische gegevens dat aan een bepaalde persoon kan worden toegerekend en het behoud van de integriteit van de inhoud van de akte aantoont.)”
Et pour les francophones la même chose :
L'acte sous seing privé, reconnu par celui auquel on l'oppose, ou légalement tenu pour reconnu, a, entre ceux qui l'ont souscrit et entre leurs héritiers et ayants cause, la même foi que l'acte authentique.
[NE peut QUE satisfaire à l'exigence d'une signature, pour l'application du présent article, un ensemble de données électroniques pouvant être imputé à une personne déterminée et établissant le maintien de l'intégrité du contenu de l'acte.] »
Und für die Deutschsprachigen gleichfalls:
Art. 1322 - Eine privatschriftliche Urkunde, die von demjenigen anerkannt wird, dem gegenüber man sie geltend macht, oder die gesetzlich als anerkannt gilt, hat unter denjenigen, die sie unterschrieben haben, und unter deren Erben und Rechtsnachfolgern dieselbe Beweiskraft wie eine authentische Urkunde.
[Als Unterschrift können, für die Anwendung des vorliegenden Artikels, AUSSCHLIESSLICH eine Reihe von elektronischen Daten gelten, die einer bestimmten Person zugeschrieben werden können und die die Integrität des Inhalts der Urkunde aufrechterhalten.]“
Enkel de woorden “slechts” (NL) “ne que” (F) en “ausschließlich” (D) en 5 minuten politieke moed volstaan.
Deze minimale wetswijziging zou bovendien de familienaam van de bevoegde minister waardig zijn.
Mocht deze versie van artikel 1322 BW, en niet de bestaande versie, in werking getreden zijn op 1 januari 2001, hadden de prioriteiten in ieder geval anders gelegen.
De ministeriële verslaggevers, confraters HOFSTRÖSSLER en HENRY verwijzen ook wel naar de noodzaak om te voldoen aan artikel 1322 BW, maar zij zien de noodzaak van de wijziging niet in, een gemiste kans! (https: https://justitie.belgium.be/sites/default/files/rapporttoekomstadvocatuurrapportavenirprofessiond_avocatfinal.pdf, p. 285).
Quod erat demonstrandum.
Bij leven en welzijn, tot wederhoren.